3 Plateelbakkerij De Distel Amsterdam

Eind 1894 werd in Amsterdam plateelbakkerij "De Distel" opgericht, Cornelis trad daar in dienst en werd onmiddellijk artistiek leider. Hij was toen 24 jaar.

Hij had een zeer grote productiviteit en terwijl hij bij "de Distel" bleef, hervatte hij zijn studie in het cursusjaar 1895-1896.Uit deze begintijd van "de Distel" is slechts weinig bewaard gebleven, ook werd het werk zelden gesigneerd.Het is via zijn werk bij "de Distel" dat hij een groot aandeel heeft gehad in de decoratie van het Tuschinskytheater.Uit deze tijd is in Otterlo nog wel enig werk te zien in het Tegelmuseum ( in depot).

Hij zou tot 1903 bij "De Distel" werkzaam blijven. In de Winkler Prins staat hij vermeld wegens zijn artistieke verdiensten voor "De Distel". Recent vond ik al "googlend" nog een stel dure vazen te koop aageboden, door hem gemaakt bij "De Distel".

Heel bekend zijn de gigantische tegelplateaus van zijn hand uit die periode. Hij maakte 8 plateaus van 230 x 150 centimeter met oorlogstaferelen uit de Boerenoorlog, waarbij hij zich dankbaar liet inspireren door de tekeningen van de engelse militair Collin Woodville, alsmede door krantenfoto's uit die tijd. Naast deze enorme voorstellingen maakte hij nog 8 kleinere plateaus met portretten van Boerengeneraals en 4 plateaus met stichtelijke spreuken als o.a. "Eendragt maakt Magt" en "Geduld en Moed". Deze plateaus bepaalden de sfeer in cafe "Transvalia" in Rotterdam aan de Bergweg, hoek Benthuizerstraat.

In Nederland bestond in die dagen grote sympathie voor de Boeren, ze werden als een soort landgeno-ten beschouwd, niet in de laatste plaats door de strenge vari-ant van het orthodox protestantse geloof, dat zeer verwant was aan wat in conserva-tief Nederland op-geld deed, funda-mentalisme avant la lettre en verder uiter-aard de taal, die toen nog vrijwel gelijk was aan de onze.In onze ogen werden de Boeren wreed onderdrukt door de Engelsen, het spreekwoordelijke "perfide Albion"stamt uit die dagen, als ik het wel heb. In ieder geval zijn de Engelsen de uitvinders van de concentratiekampen. Die eer komt hen zeer verdiend geheel toe. Het zijn wel vooral de duitsers die hier heel graag op hameren.

In die dagen werd geld ingezameld voor het ondersteunen van oorlogsslachtoffers en bannelingen. De tentoonstelling in "Transvalia" was onderdeel van deze campagne, de tegelplateaus de vervolmaking van de tentoonstelling.In 1907 werd het cafe uitgebreid met een bioscoop, deze werd een grote trekpleister voor de wijde omtrek mede door de fraaie, zeer prominente plateaus. In 1935 werden cafe en bioscoop vervangen door het nieuwe Victoriatheater, waarbij de plateaus achter het behang verdwenen dan wel werden weggetimmerd of weggehakt en naar de kelder verbannen.Echter in 1970, toen het Victoriatheater een andere bestemming kreeg , kwamen ze verrassenderwijs goeddeels onbeschadigd tevoorschijn. Ze zijn toen aan het Rijksmuseum te koop aangeboden, maar die zagen er niets in. Toen de ambassadeur van Zuid Afrika hier lucht van kreeg was een bestemming snel gevonden. De 2500 tegels werden naar Zuid Afrika verscheept en voor zover nodig gerestaureerd. Ze vormen nu het pronkstuk in het Oorlogsmuseum in Bloemfontein, waar ze de eerste en grootste zaal geheel vullen. De entree van dit museum is daardoor overweldigend, zoals vrienden die daar op mijn instigatie op bezoek zijn geweest , aan den lijve hebben ervaren.Dankzij dat bezoek en hun gesprek met de conservator van dat museum bezit ik nu de laatste catalogus van deze tegelcollectie. Ik had een lang telefoongesprek met hem en heb al diverse verhalen en foto's naar hem toegestuurd. Recent werd een verkorte engelse versie van mijn verhaal in het museumblad "Knapsak" gepubliceerd.Willem Frederik Hermans maakte in 1983 in de N.R.C. in een paginagroot artikel gewag van de tegelplateaus van Cornelis, het artikel ging eigenlijk over ons kikkertaaltje en de verwording tot een hottentottentaaltje in Zuid Afrika.
Hermans maakte de reis naar Zuid Afrika zonder het gezelschap van zijn zwarte echtgenote en had na deze reis een heel positief beeld van Zuid Afrika gekregen, zoals we wel vaker zien bij mensen die het met eigen ogen hebben gezien.

Door dit uit te dragen heeft hij zich toen in Amsterdam onmogelijk gemaakt, hij is daar tot persona non grata verklaard, met dank aan zogenaamd progressief Amsterdam.Nu wil Job Cohen dat er een straat naar de grote Hermans wordt genoemd, of dat er een standbeeld wordt opgericht.In heel veel portieken in Amsterdam en niet alleen daar hebben zich langdurig tegelplateaus van zijn hand bevonden. Daar is vrijwel niets meer van over. In het kader van renovatie is veel gesneuveld, een enkel exemplaar heb ik kunnen achterhalen. Via het Tegelmuseum in Otterlo vond ik nog twee kleine tegelplateaus en een viertal aquarellen uit ongeveer 1900.Deze waren afkomstig uit de nalatenschap van Dirk Zwanink, plateelschilder bij de Westraven faience- en plateelfabriek in Utrecht. Dirk Zwanink heeft het plateelschilderen van Cornelis geleerd, het is echter onbekend of Cornelis ooit bij Westraven heeft gewerkt. De vier aquarellen waren waarschijnlijk schetsen voor tegelplateaus.